Formatieve toets: de historische driekamp als voorbereiding op het CE

Door: Wouter Meinen

De formatieve driekamp:

Bij Welk woord weg: leerlingen zitten in groepjes van 4. Ze krijgen vier keer een ‘welk woord weg’ en moeten telkens vier verschillende redeneringen bedenken. Die schrijven ze bij elkaar op een blad, zodat je in totaal zestien redeneringen krijgt. Is goed voor samenwerken, creativiteit en dit format is super makkelijk aan te passen aan andere welk-woord-wegs (in deze staan er 4 over tijdvak 9 en 10).

Bij Slimste mens: individueel de slimste mens-werkvorm uitvoeren. Eerste twee slides bevatten 2 verschillende tabellen met twaalf woorden, daarvan koppel je er steeds vier aan elkaar. Eentje gaat over tijdvak 9, de ander over tijdvak 10. Op het laatste blad schrijf je de drie redeneringen (waarom de vier woorden bij elkaar horen).

Bij Ken je KA: leerlingen beantwoorden voor twee willekeurige KA’s uit het tijdvak de vragen die op het blad staan vermeld. Ze koppelen het aan een voorbeeld, koppelen het aan het tijdvak met een redenering en ten slotte maken ze een toetsvraag. De beste toetsvragen kan je ook daadwerkelijk meenemen in je toets.

Alle onderdelen de docent kan de opdrachten apart uitvoeren of, zoals in de powerpoint, de docent maakt er een driekamp van, waardoor er een wedstrijdelement aan zit. De kleurtjes van de opdrachten corresponderen met de PowerPoint.

Formatieve driekamp formatieve check bovenbouw Ken je kenmerkende aspecten bovenbouw vwo tijdvak 9 en 10 Slimste mens vwo bovenbouw tijdvak 9 en 10 Welk woord weg vwo bovenbouw tijdvak 9 en 10